Ik kan me zo nog zo goed herinneren dat ik je voor het eerst zag.Drie dagen oud en zo ontzettend klein.Toen ik je later voor het eerst op mocht pakken ,kon je met gemak languit liggen op mijn hand.Een heel klein manneke.Maar hoe lief ik je ook vond en hoe sterk mijn aandacht ook altijd naar jou werd toegetrokken, ik wilde geen reutje. Dus jij zou het niet worden.Omdat we eerste keus hadden konden we de keus welk hondje het nu zou worden dus niet meer uitstellen.Maar het was zo moeilijk, leuk hoor al die pupjes, maar niet zo leuk als dat eigenwijze kleine manneke dat gerust alleen de wereld ging ontdekken als zijn broertjes en zusjes lagen te slapen.Hoe konden we nu voor een ander hondje kiezen, terwijl jij daar rond liep.En zo kwam jij ,ons eerste reutje ,dus in ons leven.
Op een week na was je 8 jaar bij ons. En wat hebben we van je genoten, ons kleine miniatuurhondje dat ons zo goed om zijn pootje wist te draaien. Alles kreeg je voor elkaar, door alleen maar naar ons te kijken.Wat heb je ons altijd vreselijk aan het lachen gemaakt. En wat was het een troost als ik weer eens ziek was en jij naast mij kroop. Zodra je uit het bos kwam hoorde ik je naar me toe rennen en naast me gaan liggen. Dat maakte ziek zijn dan minder erg omdat er een klein manneke in een rolletje tegen me aan kroop.
Toen werd je opeens ziek. Onderzoek na onderzoek wees helemaal niets uit.Eerst was het leukomie. Toen was het voedingsallergie. Toen was het toch weer leukomie.....maar omdat je maar niet zieker werd dachten ze toch weer aan voedselallergie.Eten wilde je bijna niet. Elke dag gaf je bijna over.Medicijnen, onderzoeken, specialisten, nog meer onderzoek, nog maar eens een echo.
Ik weet het niet meer zei de dierenarts.We kunnen gewoon niets vinden. Zijn bloed geeft aan dat hij iets heeft.Zijn gedrag verteld hij dat hij iets heeft. Maar ik weet het niet meer.Als het niet overging moest je naar de kliniek en daar zouden ze dan een biopsie doen van je maagwand.Opeens ging het goed.We waren zo blij.
Maar toen werd ik midden in de nacht wakker en hoorde je overgeven.Weer terug naar de dokter.Nu voelde ze opeens een bultje in je buik. Weer een echo gemaakt en nu was er iets op te zien, vlak bij de darm
Wat waren we opgelucht. Eindelijk wisten we wat het was, eindelijk kon je geholpen worden en eindelijk kon je daarna genezen.
De avond voor je operatie raakte ik opeens in paniek. Hij gaat dood wist ik. Voor het slapen gaan at je wat kattenbrokjes en ik wilde dat allemaal opslaan in mijn geheugen, het geluid, hoe je at, alles moest in mijn geheugen gegrift worden. Want dit was de laatste avond samen.Ik duwde het weg en hield me voor dat je niet dood zou gaan, want eindelijk wisten ze wat je had, en eindelijk zouden ze het weghalen.Nee... ik met die stomme voorgevoelens altijd. Ik had het helemaal mis. Jij zou blijven leven en minstens de 17 halen.
We bleven bij je toen je onder narcose ging. Ik aaide je koppie, legde mijn wang tegen je aan en zei......Niet bang zijn manneke, voor je het weet lig je weer veilig op je plekje. Ben je weer veilig thuis.
Hoe mis kon ik het hebben.Je werd niet meer wakker en wij moesten komen om afscheid van je te nemen, terwijl jij onder narcose lag.
Zo klein als je er lag, zo lichamelijk aanwezig maar jij was er al niet meer.Alles verliep in een waas. Ik voelde me zo beetgenomen. Het was gewoon allemaal niet waar. Niet jij.Jij hoorde nog lang niet te gaan. Jij hoorde zo ontzettend bij mij.
En nu vandaag een jaar later is alles weer terug.Alsof je opnieuw overleden bent en mij weer vol verbijstering en ongeloof achterlaat.
Niet ook jij.Jij had nog lang niet mogen gaan.